Stap 1 in je successieplanning: inventariseer je vermogen

Vooraleer je kan beslissen wat je met je erfenis wil of kan aanvangen, is het vanzelfsprekend belangrijk dat je precies weet wat je vermogen inhoudt. Je burgerlijke stand speelt hierin trouwens een cruciale rol.

 

Ben je alleenstaande?

 

Dan is het relatief eenvoudig om je vermogen te inventariseren. Helaas houdt de bestaande wetgeving op successierechten geen enkele rekening met alleenstaanden. Singles doen er dan ook goed aan te werken met een testament om hun vermogen veilig te stellen voor de erfgenamen. Lees daarover zeker ook het artikel 'Wel alleen, niet gek'.

 

Ben je samenwonende?

 

Dan is er een belangrijk onderscheid tussen het feit of je wettelijk dan wel feitelijk samenwonend bent. Voor wettelijk samenwonenden gelden dezelfde regels als bij een gehuwd koppel. Anders moet je al minstens één jaar feitelijk samenwonen vooraleer je op dezelfde manier kan erven als gehuwden.

 

Nog een belangrijk feit: deze regel geldt alleen in Vlaanderen. In Brussel hebben enkel wettelijk samenwonenden dezelfde rechten als een gehuwd koppel; in Wallonië moeten de wettelijk samenwonenden zelfs meer dan zes maanden samenwonen om gelijkgesteld te worden.

 

Ben je gehuwd?

 

Dan speelt je huwelijkscontract een doorslaggevende rol.

 

Zonder huwelijkscontract: het wettelijke stelsel wordt toegepast, met een onderscheid tussen het eigen en het gemeenschappelijke vermogen

Het eigen vermogen bestaat daarbij uit alle goederen die je al had voor het huwelijk aangevuld met inkomsten uit erfenissen of schenkingen tijdens het huwelijk.

Je hebt daarnaast recht op de helft van het gemeenschappelijke vermogen. Dat bestaat uit alle aanwinsten die je tijdens je huwelijk hebt verkregen, inclusief beroepsinkomsten, inkomsten uit eigendommen en/of je beleggingsportefeuille.

 

Huwelijkscontract met gemeenschap van goederen: hier heb je recht op de helft van het vermogen dat jullie voor én na het huwelijk hebben vergaard.

 

Huwelijkscontract met scheiding van goederen: hier wordt je vermogen gevormd door alle opbrengsten die je zelf voor en na je huwelijk bijeen hebt gekregen.

 

TIP 1: keuzebeding
Wist je al dat je huwelijkscontract een handige tool kan zijn in je vermogensplanning? Zeker als je wil dat je echtgeno(o)t(e) fiscaal optimaal kan genieten van wat je hem/haar nalaat. Het keuzebeding is daarbij de perfecte oplossing, omdat het de juridische bescherming van de langstlevende combineert met een stevige fiscale optimalisatie. Je kan er alles over lezen in ons eerdere artikel: 'Keuzebeding voorkomt hoge successierechten'.

 

TIP 2: inbreng van eigen goederen in de gemeenschap
Een andere manier om je partner te vrijwaren van overbodige successierechten, is dat je al bij leven je eigen onroerend goed inbrengt. Stel je voor dat je bijvoorbeeld al een onroerend goed bezat voor je in het huwelijksbootje stapte. Bij jouw overlijden wordt dit onroerend goed volledig opgenomen in je nalatenschap en moeten je erfgenamen de nodige successierechten betalen. Als je echter het vastgoed inbrengt in de huwgemeenschap (wat je 25 euro registratierechten kost), valt slechts de helft van je onroerend goed in de nalatenschap en moeten er dus veel minder successierechten betaald worden.

 

 

-> STAP 2: je erfgenamen in kaart brengen

 

 

Lees ook andere artikels over Successie